Door Aphra Kooijman
Voor elke medisch specialist zijn regelmatige feedback en evaluatie van het eigen individuele functioneren verplichte onderdelen om te kunnen herregistreren. Dat gebeurt onder de – voor velen inmiddels welbekende noemer – ‘Individueel Functioneren Medisch Specialisten’ (IFMS) (Orde van Medisch Specialisten, 2014). Artsen verzamelen omgevingsfeedback en bespreken de uitkomsten met een getrainde collega (bilaterale variant) of met de collega’s van de eigen vakgroep (groepsvariant). Een vraag die wij daarbij regelmatig terugkrijgen van dokters is: ‘Hoe gaat IFMS mij nou helpen een betere arts te worden?’ Terecht, want naast het afstrepen van de herregistratieverplichting willen we dat de uren die aan IFMS worden besteed ook daadwerkelijk nuttig zijn voor jouw ontwikkeling als arts.
De komende tijd nemen we je mee in onze zoektocht naar het antwoord op de vraag hoe je ervoor kunt zorgen dat IFMS een positief effect heeft op de praktijk. Deze maand: waar komt die behoefte aan feedback eigenlijk vandaan en wat zegt het onderzoek naar feedback over het effect ervan?
Evaluatie van de zorg: de arts centraal
In de zorg stond medicatie of de behandeling voor lange tijd centraal, tot halverwege de twintigste eeuw een nieuw perspectief op de kwaliteit van de zorg zijn opmars maakte. Dat kwam mede door de publicatie van The doctor, his patient, and the illness – een artikel dat in 1955 geschreven werd door huisartsenzoon en psychoanalyticus Michael Balint. Balint stelt in zijn artikel niet de medicatie of de behandeling centraal, maar de dokter en diens relatie met de patiënt. Hoe een patiënt reageert op een behandeling, hangt mede af van het optreden van de dokter. De dokter werd zo zélf het ware medicijn.
Balint zette met zijn publicatie een eerste stap naar het centraal stellen van de arts in de zorg: een visie die vanaf toen steeds populairder werd. Deze visie heeft er uiteindelijk toe geleid dat het dagelijks functioneren van de arts moet worden betrokken bij het beoordelen van de kwaliteit van zorg. Evaluatie van het individueel functioneren en regelmatige feedback middels IFMS zijn vandaag de dag zelfs verplichte onderdelen om te kunnen herregistreren als arts (Balint Nederland, 2020).
Onderzoek naar het nut van feedback
De kern van het IFMS-traject voor medisch specialisten bestaat uit het geven en ontvangen van feedback – een onderwerp dat in de wetenschap tot op heden relatief schaars onderzocht is. In de review van Overeem en collega’s (2007) worden bijvoorbeeld verschillende methodes voor het (in)direct evalueren van dokters met elkaar vergeleken. Peer-assessment, waaronder 360-graden feedback, blijkt het best uitvoerbaar wat betreft kosten en tijd. De effectiviteit van bestaande methodes blijkt echter slecht onderzocht.
Maar: het wetenschappelijk onderzoek dat bestaat naar het effect van feedback, pleit wel voor de toepassing van die methode. Zo wordt intervisie door professionals als leerzaam ervaren. Hoewel in de praktijk niet altijd sprake is van daadwerkelijke gedragsverandering (Van Rooijen-Mutsaers et al., 2014), kan gedragsverandering wel degelijk worden bereikt als de feedback wordt besproken in een oplossingsgerichte intervisiebijeenkomst (De Haan & De Ridder, 2003). De dokter moet daartoe natuurlijk wel gemotiveerd zijn.
Ander onderzoek toont dat feedback een krachtig instrument is om zowel de prestaties van, als het leren door aiossen en andere medische professionals in opleiding te bevorderen. Zolang feedback veilig en opbouwend is en tot reflectie aanzet, wordt de vaardigheid gezien als cruciaal in de medische opleiding ter verbetering van de klinische competenties (Brand & Boendermaker, 2009).
Hoe maak je IFMS nuttig?
Bestaand onderzoek naar het nut van feedback is dus schaars, maar positief. Naar de effectiviteit van IFMS specifiek lijkt tot op heden nog geen wetenschappelijk onderzoek te bestaan. Om deze redenen is MCG voortdurend in gesprek met bestuurders van medische staven en doet zij ook zelf constant dataonderzoek binnen duizenden evaluaties van IFMS-bijeenkomsten, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht. Opvattingen over de IFMS-bijeenkomst met collega’s zijn al jaren over het algemeen erg positief:
Maar, zoals genoemd, gaat de vraag die wij pogen te antwoorden verder dan wat men vond van de bijeenkomst zelf. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat het opstellen van je Persoonlijk Ontwikkelplan daadwerkelijk voor verbetering van jouw individueel functioneren zorgt? Wat kan je met de uitkomsten van een bijeenkomst doen om de zorg daadwerkelijk te verbeteren? Oftewel: wat moet je nou doen om ervoor te zorgen dat een IFMS-bijeenkomst leidt tot een positief effect in de praktijk?
Ben je benieuwd naar wat medisch specialisten te zeggen hebben en wil je weten wat jij kan doen om de effectiviteit van jouw IFMS-bijeenkomst te vergroten? Houd je inbox en onze site in de gaten!
Klik hier om het vervolg op dit artikel te lezen.
Ontvang je de MCG-nieuwsbrief nog niet en wil je deze voortaan direct in je inbox ontvangen?
Klik hier om je in te schrijven
MCG Consulting | Algemene voorwaarden | Privacyverklaring | Zoeken | Klachtenregeling | Copyright 2024